Alle storingscodes van de Nefit Trendline HR cv ketel staan hieronder in het tabel. De storingscode met de betekenis en de oplossing voor de storing die u heeft.

 
Storingscode Nefit Trendline Betekenis Oplossing
-A 208 Het cv-toestel bevindt zich in servicebedrijf. Geen actie.
-H 200 Het cv-toestel bevindt zich in cv-bedrijf. Geen actie.
0A 202 Het cv-toestel wacht. Er is vaker dan 1x per 10 minuten een warmtevraag van een aan-uit- of een ModuLine regeling geweest. Geen actie.
0A 305 Het cv-toestel wacht na einde warmwaterbedrijf. Geen actie.
0A 353 Het cv-toestel wacht. Het cv-toestel is binnen 24 uur nooit langer dan 20 minuten uit geweest. Geen actie.
0C 283 Het cv-toestel bereidt zich voor op een branderstart. De ventilator en de pomp worden aangestuurd. Geen actie.
0E 265 Het cv-toestel wacht. Het cv-toestel schakelt geregeld in op laaglast om aan de warmtevraag te voldoen. Geen actie.
0H 203 Het cv-toestel staat stand-by. Geen actie.
0L 284 Het gasregelblok wordt aangestuurd. Geen actie.
0U 270 Het cv-toestel wordt opgestart. Geen actie.
0Y 204 Het cv-toestel wacht. De gemeten aanvoertemperatuur is hoger dan de berekende of ingestelde cv-watertemperatuur. ▶ Controleer de ingestelde cv-watertemperatuur op het cv-toestel. Verhoog deze indien nodig.
▶ Controleer, bij een ingestelde weersafhankelijke regeling, op de ModuLinekamerthermostaat de ingestelde stooklijn. Verhoog deze indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de boilersensor.
0Y 276 De aanvoertemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten die hoger is dan 95 °C. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de aanvoertemperatuursensor.
0Y 277 De safetytemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten die hoger is dan 95 °C. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de safetytemperatuursensor.
0Y 285 De retourtemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten die hoger is dan 95 °C. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de retourtemperatuursensor.
2C 348 Tijdens warmwaterbedrijf: de aanvoertemperatuur is hoger dan 85 °C. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de aanvoertemperatuursensor.
2E 207 De cv-waterdruk is te laag, lager dan 0,2 bar. ▶ Vul de cv-installatie bij tot 2 bar.
▶ Test het expansievat op juiste werking.
▶ Controleer de cv-installatie op lekkage.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de druksensor.
2E 357 Het ontluchtingsprogramma is actief. Geen actie.
2F 260 De aanvoertemperatuursensor meet geen temperatuurstijging na een branderstart. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de aanvoertemperatuursensor.
2F 271 Het temperatuursverschil van het cv-water gemeten tussen de aanvoer- en safetytemperatuursensor is te groot. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de betreffende sensoren.
2F 345 De aanvoertemperatuursensor meet geen temperatuurstijging na een branderstart. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling naar de pomp en de aanvoertemperatuursensor.
2H 358 De 3-wegklep wordt gedeblokkeerd. Geen actie.
2L 266 De pomptest is mislukt. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp.
▶ Controleer de werking en de bekabeling van de druksensor.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
2L 329 De druksensor meet geen waterstroming. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling naar de pomp en de druksensor.
2P 212 De gemeten temperatuur door de aanvoertemperatuursensor of de safetytemperatuursensor, stijgt te snel. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de betreffende sensoren.
2U 213 De gemeten temperatuur tussen de aanvoer- en de retourtemperatuursensor is te groot. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling naar de pomp en de betreffende sensoren.
2U 349 Het op laaglast gemeten temperatuurverschil tussen de aanvoertemperatuursensor. en de retourtemperatuursensor is te groot.  Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
 Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
 Controleer de bekabeling naar de pomp en de betreffende sensoren.
2Y 281 De pomp zit vast of draait in lucht.  Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
 Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
 Controleer de werking van de pomp en de sensor.
2Y 282 Het stuursignaal van de pomp ontbreekt.  Controleer de bekabeling en de werking van de pomp.
3A 264 Het stuursignaal of de spanning van de ventilator is tijdens bedrijf weggevallen.  Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
 Controleer de werking van de ventilator.
3C 217 De ventilator draait onregelmatig tijdens het opstarten.  Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
 Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
 Controleer de connectors van de branderautomaat.
 Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
3F 273 Het cv-toestel is maximaal 2 minuten uitgeschakeld geweest, omdat het cv-toestel gedurende 24 uur continu in bedrijf is geweest. Dit is een veiligheidscontrole. Geen actie.
3L 214 De ventilator draait niet tijdens de opstartfase (code “0C”).  Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
 Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
 Controleer de connectors van de branderautomaat.
 Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
3P 216 De ventilator draait te langzaam.  Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
 Controleer de connectors van de branderautomaat.
 Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
3Y 215 De ventilator draait te snel.  Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
 Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
 Controleer de connectors van de branderautomaat.
 Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
4A 218 De aanvoertemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten die hoger is dan 105 °C.  Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
 Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
 Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de aanvoertemperatuursensor.
4A 332 De aanvoertemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten die hoger is dan 105 °C.  Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
 Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
 Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de aanvoertemperatuursensor.
4C 224 De maximaal- of branderthermostaat heeft een te hoge temperatuur gemeten en staat geopend.  Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de branderpakkingen op lekkage van rookgassen. Vervang indien nodig de branderpakkingen.
▶ Controleer de gas-luchtverhouding.
▶ Controleer de werking van de maximaal- of branderthermostaat.
4E 278 De sensortest is mislukt. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de sensoren.
▶ Controleer de werking van de sensor.
4E 347 De retourtemperatuursensor heeft een hogere cv-watertemperatuur gemeten dan de aanvoertemperatuursensor. Na 10 minuten volgt een herstart. ▶ Controleer of de bekabeling van de retour- en aanvoertemperatuursensor niet zijn omgedraaid.
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de betreffende sensoren.
▶ Controleer de werking van de betreffende sensoren.
4E 375 De contacten de externe sensor (bijv. Solarsensor) zijn kortgesloten. ▶ Maak het cv-toestel spanningsloos en schakel deze weer in.
▶ Indien de storing niet verdwijnt: Controleer de connector van de sensor.
▶ Controleer de werking van het systeem door de sensor te vervangen.
4E 376 De contacten de externe sensor (bijv. Solarsensor) zijn onderbroken. ▶ Maak het cv-toestel spanningsloos.
▶ Verwijder de externe sensor van de aansluitklem.
▶ Neem het cv-toestel in bedrijf. Of: Controleer de connector van de sensor.
▶ Controleer de werking van het systeem door de sensor te vervangen.
4F 219 De safetytemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten die hoger is dan 105 °C. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de sensor.
4L 220 De contacten van de safetytemperatuursensor zijn kortgesloten of de safetytemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten die hoger is dan 130 °C. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de sensor.
4P 221 De contacten van de safetytemperatuursensor zijn onderbroken. ▶ Controleer de connector van de sensor.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de sensor te vervangen.
4U 222 De contacten van de aanvoertemperatuursensor zijn kortgesloten. ▶ Controleer de connector van de sensor.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de sensor te vervangen.
4Y 223 De contacten van de aanvoertemperatuursensor zijn onderbroken. ▶ Controleer de connector van de sensor.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de sensor te vervangen.
5C 226 Nefit Service Tool is aangesloten geweest. Geen actie.
5F Nefit Service Tool: servicetest duurt te lang. ▶ Reset het cv-toestel.
5H 268 Componententest. Geen actie.
5Y Nefit Service Tool: servicetest duurt te lang of een cv-toestelparameter is gewijzigd. ▶ Reset het cv-toestel.
6A 227 Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten na het ontsteken van de brander. ▶ Controleer het cv-toestel op vervuiling.
▶ Controleer de dynamische gasvoordruk.
▶ Controleer de gas-luchtverhouding.
▶ Controleer de connectors van de ontstekingsunit.
▶ Controleer de ontsteking en de ionisatiestroom.
▶ Controleer de ontstekingsunit op beschadiging.
6C 228 Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten na het ontsteken van de brander. ▶ Controleer de connector van de ionisatiepen.
▶ Controleer de ontstekingsunit op beschadiging en slijtage.
6C 306 Er is een ionisatiestroom gemeten, nadat de brander is gedoofd. ▶ Inspecteer het ionisatiegedeelte van de ontstekingsunit.
▶ Controleer of er na einde branderfase de gas-luchtverhouding gehandhaafd blijft.
▶ Controleer of er na einde branderfase spanning op het gasregelblok blijft staan.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
6L 229 Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten tijdens het branden. ▶ Controleer de dynamische gasvoordruk.
▶ Controleer de bekabeling en de connector van de ionisatiepen.
▶ Controleer de ontstekingsunit op beschadiging en slijtage.
7C 231 De netspanning is tijdens een vergrendelende storing onderbroken geweest. ▶ Reset het cv-toestel.
7H 328 Er is een kortstondige onderbreking van de netspanning geweest. ▶ Controleer of de storing het gevolg kan zijn geweest door de aanwezigheid
van een aggregaat, windmolen of andere apparatuur die een onderbreking kan veroorzaken.
▶ Controleer de elektrische installatie.
7L 261 De branderautomaat is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
7L 280 De branderautomaat is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
8U 364 De uitgevoerde lektest van de gasklep is mislukt. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van het gasregelblok.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door het gasregelblok te vervangen.
8U 365 De uitgevoerde lektest van de gasklep is mislukt. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van het gasregelblok.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door het gasregelblok te vervangen.
8Y 232 Het externe schakelcontact is geopend. ▶ Controleer de draadbrug op de aansluiting van het externe schakelcontact.
▶ Controleer het externe schakelcontact.
9A 235 De KIM is te nieuw voor de branderautomaat. ▶ Vervang de branderautomaat door één met de meest recente software. Op de barcode van de branderautomaat staat de softwareversie vermeld.
9H 237 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
9H 272 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
9L 234 De contacten van het gasregelblok zijn onderbroken. ▶ Controleer de bekabeling en de connector van het gasregelblok.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door het gasregelblok te vervangen.
9L 238 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
9P 239 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
9U 233 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
C0 288 De waterdruk is te hoog (> 5,7 bar) of de contacten van de druksensor zijn onderbroken. ▶ Controleer de cv-waterdruk (< 3 bar).
▶ Controleer de connector van de druksensor.
▶ Controleer de werking van de druksensor.
C0 289 De contacten van de druksensor zijn kortgesloten. ▶ Controleer de cv-waterdruk (< 3 bar).
▶ Controleer de connector van de druksensor.
▶ Controleer de werking van de druksensor.
CA 286 De retourtemperatuursensor heeft een cv-retourtemperatuur gemeten die hoger is dan 105 °C. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de connector van de retourtemperatuursensor.
▶ Controleer de werking van de retourtemperatuursensor Vervang het onderdeel indien nodig.
CU 240 De contacten van de retourtemperatuursensor zijn kortgesloten. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de connector van de retourtemperatuursensor.
▶ Controleer de werking van de retourtemperatuursensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
CY 241 De contacten van de retourtemperatuursensor zijn onderbroken. ▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de connector van de retourtemperatuursensor.
▶ Controleer de werking van de retourtemperatuursensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
E1 242 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
E1 243 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
E1 244 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
E1 245 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
E1 247 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
E1 248 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
E1 249 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
E1 255 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
E1 257 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EA 246 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EA 252 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EA 253 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EC 251 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EC 256 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EF 254 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EH 250 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EH 258 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EH 262 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EL 259 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EL 279 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EL 290 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
EY 263 De branderautomaat of de KIM is defect. ▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
H 201 Het cv-toestel bevindt zich in warmwater-bedrijf. Geen actie.
H-- Er is geen onderhoudsperiode ingesteld. ▶ Stel indien gewenst het onderhoudsperiode in.
H07 De gemeten cv-waterdruk is te laag. Het vermogen voor zowel cvbedrijf als voor warmwaterbedrijf wordt beperkt. ▶ Ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Vul de cv-installatie zo nodig bij.
H11 De warmwateruitstroomtemperatuursensor is defect. De functie wordt overgenomen door de software van het cv-toestel. ▶ Controleer de bekabeling van de sensor.
▶ Vervang de betreffende sensor indien nodig.
H13 De ingestelde onderhoudsperiode is verstreken. Onderhoud gewenst. ▶ Voer het onderhoud aan het cv-toestel uit.
h13 Onderhoudsperiode is ingesteld. Geen actie.
H25 De contacten van de druksensor zijn onderbroken. ▶ Controleer de bekabeling van de druksensor.
▶ Vervang de betreffende sensor indien nodig.
rE Het cv-toestel wordt gereset. Geen actie.

Wat te doen bij een storingscode Nefit Trendline

Om de volledige storingscode Nefit Trendline te kunnen zien moet u op de i-toets drukken. De cijfers en letter waar de storingscode uit bestaat kunt u nalezen in het bovenstaande tabel. Aan de hand van de storingscode Nefit Trendline van de cv ketel weet u de betekenis ervan en ook of en hoe u dit kunt oplossen.

Storingscode Nefit Trendline resetten

Bij een storing die vergrendeld is moet de cv ketel worden gereset. Dit doet u door middel van het knopje “Reset” ingedrukt houden totdat er in het display “Reset”komt te staan. Nu zal de cv ketel opnieuw proberen op te starten en waarschijnlijk weer normaal functioneren. Maar mocht de storingscode Nefit Trendline weer terug komen dan moet het probleem eerst worden opgelost.